 |
Voorlezen
|
Auto met chauffeur
'Ik neem later een cabrio,' zegt Thijs. Het is woensdagmiddag en de school is uit. Pelle en Thijs fietsen over het zandpaadje naar huis. Het is knalheet.
'Een wát?' vraagt Pelle.
'Weet je niet wat een cabrio is?'
'Nee. Toevallig niet,' zegt Pelle. 'Nou, wat is het?'
'Een cabrio is een auto met een open dak,' zegt Thijs. 'Zo een neem ik.' Hij glijdt met zijn vingers door de gekleurde franjes die aan het stuur van zijn crossfiets wapperen.
'O, dat,' zegt Pelle. 'Dat is wel cool, ja.'
'Wel cool, hártstikke cool, man!' Thijs steigert met zijn fiets en rijdt een stukje op één wiel. 'En jij? Wat neem jij later?'
'Ik neem een auto met een chauffeur erbij, want…'
'Hé! Die is voor mij,' roept Thijs ineens. Hij sprint naar het bushokje, gooit zijn fiets neer en raapt iets van de grond. 'Portemonnee gevonden!' Hij houdt hem met gestrekte arm omhoog.
Pelle spurt naar Thijs. 'Wat zit erin? Laat zien.'
Thijs houdt de zwarte portemonnee voor zijn borst en ritst hem open. Nieuwsgierig kijkt Pelle toe.
'Pfff...' Thijs fluit van ongeloof. 'Hou je hand eens op.'
Pelle maakt een kommetje van zijn handen en Thijs schudt de portemonnee leeg. Er komen een paar munten naar beneden, wat plastic kaartjes en papiertjes.
Thijs vist de munten eruit en houdt ze in zijn hand. Zijn andere hand vouwt hij er als een schelp overheen en hij laat de munten rammelen. 'Ik ben schatrijk!' zegt hij met hoge stem.
'Kijk, een strippenkaart,' zegt Pelle. Hij trekt de kaart tevoorschijn en klapt hem uit. 'Hij is helemaal nieuw. Er staan nog geen stempels op.'
'Weet je wat, we gaan met de bus naar de stad!' zegt Thijs. 'We gaan naar mijn oma in Oosterdam! Stiekem. We zeggen thuis niks, want anders mag het niet.'
'Weet jij dan hoe het moet met zo'n strippenkaart?' zegt Pelle.
'O, da's heel makkelijk. Dat zie ik vaak genoeg als ik met mijn moeder naar mijn oma ga. Zullen we het doen?'
'Ja. Spannend!' zegt Pelle.
'Kom vanmiddag direct na het eten maar naar mijn huis,' zegt Thijs.
